Het is woensdagmiddag en ik zit te wachten in de lounge in Dublin. Het vliegtuig naar huis heeft vertraging en er is wat onduidelijkheid over de oorzaak. Voor mij is het eigenlijk wel prima. Ik heb net een paar intense dagen achter de rug. Samen met het managementteam van mijn Ierse opdrachtgever hebben we hard gewerkt aan vraagstukken rond leiderschap, missie, visie en strategie.
Dus ik neem nog maar een kopje thee en werk wat e-mails weg voordat ik nog een hoofdstuk lees uit het boek "Het nieuwe opstellen" van Hylke Bonnema.
Hoewel ik het boek al eerder heb gelezen, merk ik dat het nu op een hele andere manier resoneert. Ik lees over het omgaan met situaties waarin alles niet ideaal is voor systemisch werk. Deze passage raakt me nu wel, terwijl ik die de vorige keer waarschijnlijk gemakshalve heb overgeslagen.
Iets verderop zit een man die er geïrriteerd uitziet. Hij loopt regelmatig op en neer naar de receptie om een update te krijgen over de vertraagde vlucht. Hoewel ik niet weet waarom, lijkt het me logisch om contact met hem te maken. Voordat ik hem kan aanspreken, klinkt de oproep om naar de gate te gaan om te boarden.
Terwijl ik mijn tas in het bagagekastje opberg, komt de man uit de lounge het vliegtuig binnen. Het verbaast me niet dat hij naast mij komt zitten. We raken direct aan de praat en al snel hebben we het over elkaars vakgebied. Hij is nieuwsgierig naar mijn werk, vooral het systemische aspect ervan. Werken met de onderstroom? Dat moet ik hem eens uitleggen.
Ondertussen vertrekt het vliegtuig. Hoewel mijn vliegangst inmiddels is veranderd in acceptatie, voel ik me toch nooit op mijn gemak in zo'n vliegende bus. De beperkte ruimte, de drukte en het lawaai maken vliegen voor mij een noodzakelijk kwaad. Ierland ligt strategisch gezien op een plek waar alternatieve manieren om het eiland te bereiken schaars zijn en veel tijd kosten. Dus blijf ik afhankelijk van vliegen en probeer ik zoveel mogelijk online te doen via Teams en Zoom.
Is dit dan de situatie die Hylke Bonnema zo helder beschrijft? Ik denk het wel. Ondanks mijn eigen ongemak blijf ik in contact met mijn buurman in het vliegtuig. Het veld heeft echt kracht.
Mijn buurman stelt me een vraag, een vraag die zich goed laat opstellen. En terwijl het vliegtuig op kruissnelheid en hoogte komt, stellen we de vraag op. Het kleine tafeltje is voldoende. Het bekertje thee dient als representant. Het is een geweldige opstelling.
Volgens Hylke is het belangrijk om meters te maken. Nou, hier maak ik geen meters, maar mijlen.
Terwijl we beginnen met de daling richting Brussel, heeft mijn buurman nieuwe inzichten verworven. En ik? Ik heb ontdekt dat een tekort aan ruimte en een lawaaierige omgeving absoluut geen belemmering hoeft te vormen als het gaat om systemisch werk. Ik geniet ervan om met het veld te werken, zelfs als ik me niet op mijn best voel.